Uitlatingen mierenneuker in context wel belediging
Het gebruik van het woord “mierenneuker” is, in het algemeen, op zichzelf, niet beledigend, zodat in deze zaak de beantwoording van de vraag of sprake is van belediging in de zin van art. 266 Sr, afhangt van de context waarin dat woord is gebezigd. Datzelfde geldt voor woorden als “pannenkoek” en “homofiel”.
In een dergelijk geval moet een uitlating als beledigend worden beschouwd indien zij de strekking heeft die anderen aan te randen in hun eer en goede naam. Het oordeel dat daarvan sprake is zal bij woorden waarvan het gebruik op zichzelf in het algemeen niet beledigend is, afhangen van de context waarin de uitlating is gedaan (vgl. HR 22 december 2009, ECLI:NL:HR:BJ9796, NJ 2010/671).
In de uitspraak van de Hoge Raad van 12 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:274 werd het 3x uitmaken voor mierenneuker uitmaken van een verbalisant aangemerkt als een belediging in de zin van art. 266 Sr. vanwege de volgende omstandigheden:
- verdachte zijn uitlating in het openbaar en ook hoorbaar in aanwezigheid van meer personen heeft gedaan;
- verdachte aldus de persoon van de betrokken verbalisant heeft aangetast, naar ik begrijp in diens eer en goede naam (vgl. bewijsmiddel 1, laatste zin);
- verdachte op dat moment ook het politieoptreden heeft aangetast en dat hij daarmee het gezag van die verbalisant heeft ondermijnd; en
- deze verbalisant op dat moment met de ordehandhaving bezig was.
Onder de genoemde omstandigheden is door de Hoge Raad aangenomen dat de uitlating “jij bent een mierenneuker” zodanig denigrerend bedoeld was dat deze de strekking had de verbalisant in zijn eer en goede naam aan te tasten en zij derhalve als belediging in de zin van art. 266 Sr kan worden aangemerkt.